Home en nieuws Roemruchte geschiedenis Het gebouw Historische beschrijvingen Virtuele 3D Paleis Literatuur Winkel Links


COLOFON
Deze website en het 3D model van het Paleis voor Volksvlijt worden ontwikkeld door Mainstream Netservice. Voor meer informatie: info@mainstream.nl.

© Copyright 2011.

Toevoegen aan Favorieten

1862

Amsterdam in Schetsen deel 1, 1862, pp. 56-61. Tekst: P.H. Witkamp, tekening: W. Hekking Jr.



HET PALEIS VOOR VOLKSVLIJT


EDELE VOORBEELDEN. – DE STICHTING VAN 'T PALEIS. – LIGGING EN AFMETINGEN. – BLIK IN DE TOEKOMST VAN AMSTERDAM.


Er zijn vele namen van Nederlandsche steden en vlekken, van dorpen en gehuchten, die liefelijker luiden dan Dedemsvaart, dan Veendam, Echtens- Hoogeveen en Grevelinkkanaal, en toch leest mijn oog ze met welgevallen, en in mijn oor klinken ze oneindig zoeter dan namen als Arbela, Crecy, Marengo en Alma. Zij herinneren mij de herschepping van wildernissen die naauw den voetstap droegen of zelfs dragen konden, in verblijven van welvaart, waar nu duizenden en tienduizenden een gelukkig leven leiden, nadat mannen die zich waarachtig groot betoonden, die herschepping hadden beraamd en na moeiten en teleurstellingen, miskenning en opofferingen van allerlei aard haar ook ten uitvoer bragten. Bn waaraan herinneren namen als die van Arbela en Marengo? Aan bloed, aan stroomen bloed, aan onbeschrijfelijke ellende, Gode alleen bekend, aan millioenen tranen aan alle hoeken der aarde geweend, aan eene vergelding, bij de gedachte waaraan ik huiver. Wees trotsch Nederland op uwe Dedem’s en Geert's, op uwe Echten's en Grevelink's: ze waren weldoeners des lands in den edelsten zin van dit woord.

Daarom zij ook uw naam hoog geëerd, kundige Joannes Hudde, die u voor Amsterdam allerverdienstelijkst hebt gemaakt door het aanleggen en voltrekken van heilzame waterkeeringen, - de uwe, brave Nicolaas Witsen, die niet alleen de kennis van den scheepsbouw onder uwe stad- en landgenooten ijverig hebt bevorderd, maar ook de vuurbaken op onze kusten gesticht en de vaart van Amsterdam op verre gewesten door gedurige voorlichting aangemoedigd hebt, - de uwe, edele Coenraad Wirtz, die meer dan iemand voor 't onderwijs der schamele jeugd van deze Stad zijt werkzaam geweest!

Het voorbeeld dier edele land- en stadgenooten is niet verloren gegaan, en 't gebouw op nevensgaande plaat afgebeeld, strekt daarvan tot een overtuigend blijk.

Het was den 7den Julij 1856 dat Directeuren der Vereeniging voor Volksvlijt eene geldleening, groot een millioen gulden, openstelden, tot stichting van een paleis voor industrie in de Hoofdstad, en in een paar uren was die som niet alleen meer dan volteekend, maar er was zelfs veel meer aangeboden. Gansch Amsterdam voelde de waarde van het plan, en de ontwerper moest groot vertrouwen inboezemen, want ieder kende Dr. Samuel Sarphati als de stichter der bloeijende Maatschappij van Landbonw en Landontginning, der schoone Inrigting voor Onderwijs in Koophandel en Nijverheid, der loffelijke Vereeniging voor Volksvlijt, der Maatschappij voor Meel- en Broodfabrieken 1).

Vijf jaren zijn sedert verloopen, en allengs rijst het gebouw omhoog, dat, voltooid zijnde, een der heerlijkste sieraden van Neêrland's hoofdstad zal uitmaken en spoedig het middelpunt worden van eene der schoonste wijken, waarop eene Hollandsche stad zal kunnen bogen. Den 7den September 1858 werd de eerste paal der funderingwerken in den grond geheid en den 18 April 1860 de eorste ijzeren kolom gesteld, beiden in tegenwoordigheid van Z. M. Willem III, den Koninklijken Beschermheer. Het plaatsen van de eerste boog, die, ter hoogte van ruim 30 el boven den grond, het schip overwelft, vond den 9den November 1861 plaats.

Die tijd van vijf jaren bevreemde niemand, al had hij met den stichter gehoopt, reeds voorlang de plegtigheid der inwijding bij te wonen. Veelvuldige onderhandelingen met stedelijke, gewestelijke en met 's rijks administratiën, met eigenaars en gebruikers van gronden en houthavens moesten worden gevoerd, eer het zoo gunstige terrein, waarop het Paleis zich thans verheft, kon verkregen worden, eer men de zekerheid verwierf dat de omtrek het schoone gebouw niet onwaardig zou zijn.

En waarlijk, met 't volste regt zal dit Paleis schoon mogen heeten. 't Is een reusachtig kunstwerk, welks heerlijke lijnen aan de majesteit van beroemde gewrochten der bouwkunst herinneren, terwijl ensemble en détails beiden zoowel van de verheven opvatting des bouwmeesters, als van diens onvermoeide studie der beeldende kunsten getuigen Te regt zeide een kundig beoordeelaar, dat de architect Cornelis Outshoorn zich door dit voortreffelijke werk eene eereplaats onder zijne kunsthroeders heeft verworven, want geen der dusgenoemde christal- palaces, zoo te Londen en Parijs, als te Dublin en New-York, vereenigt zoo groote bouwkundige schoonbeden aan eene zoo voortreffelijke, doelmatige inrigting.

De plaats, waar nu het Paleis verrijst, werd eerst voor ruim twee eeuwen binnen de vesten getrokken, en op de stede waar nu de hoofdingang van 't achterfront komt te staan, verhief van 1664-1859 de hechte Utrechtsche poort hare tinnen. Het overige van 't nieuwe gebouw beslast een deel der in 1658 afgeperkte Ossenmarkt en de destijds aangelegde wallen, terwijl de tuinen zich inzonderheid uitstrekken over de voormalige singelgracht en 't zoogenoemde Utrechtsche Boschje. Het gansche terrein van 't Paleis, zoowel het deel dat door den Gemeenteraad aan de stichters in erfpacht is gegeven, als dat 't welk door aankoop van den tuin Flora, op 't bolwerk Wester-Blokhuis, is verkregen, beloopt te zamen nagenoeg 3½ bunder 2).

De lengte van 't gebouw zal ruim 125½ el beloopen, en derhalve anderhalf maal zoo lang zijn als 't Koninklijk Paleis op den Dam, terwijl de grootste breedte (nagenoeg 81 el), die van dat Paleis met meer dan 13 el overtreft.

De hoogte tot aan 't dak zal ruim 31½ el bedragen, dat is bijna even hoog als de uithoofde van zijn ranken bouw beroemde 9tcenen Molen op 't bolwerk Wester-Blokhuis. Doch met den koepel medegerekend, zal die hoogte tot circa 49 el klimmen, zonder nog het beeld te rekenen dat op den bal geplaatst zal worden. Deze koepel zal derhalve den toren van 't Paleis 6 el in hoogte te boven gaan en meer dan half zoo hoog zijn als de Domtoren te Utrecht.

De grondvlakte van 't Paleis bedraagt niet minder dan 7000 vierkante el en is derhalve met die van 't Damplein te vergelijken, terwijl de groote zaal eene oppervlakte verkrijgt van het zesvoudige der groote zaal in 't Park. Met de ruimte der gallerijen zal er voor de tentoonstellingen in 't geheel eene beschikbare ruimte zijn van 8000 vierkante el.

Voor de funderingwerken, die den 3den September 1858 aan den Heer M. Vermaes van Hellevoetsluis werden aanbesteed en in 't voorjaar van 1860 zijn opgeleverd, is noodig geweest ruim 2000 stuks heimasten, 370 kubieke el dennenhout, 390 kub. el greenenhout, 18 kub. el eikenhout, 2400 kub. el metselwerk, 270 kub. el hardsteen en 13,500 el gegoten en gesmeed ijzer, behalve de klinkersteenen, benoodigd om eene oppervlakte van 6600 vierkante el te bestraten.

De bovenbouw, welke den 24sten Mei 1859 werd aanbesteed en aan de heeren van Heel & Holtzman te Amsterdam, als de minste inschrijvers 3), is opgedragen, vereischt in het geheel ruim 2.700,000 pond ijzer van alle soort, 20,000 pond lood, 6300 vierkante el zink, 5700 vierkante el glas, enz., terwijl eene oppervlakte van niet minder dan 18,000 vierkante el met stukadoorwerk zal moeten worden overtogen.

,,Hulde en eer," zeggen wij een doorkundig schrijver na 4), ,,aan hen die hunne vaderstad dit zeldzaam sieraad, het vaderland, dit schoon gedenkteeken aan onzen tijd stichten! Bij de beschouwing, de bewondering van het treffend model, is de innige overtuiging in ons verlevendigd: Nederland is nóg groot, Nederland vermag nóg veel, en het volk is nóg krachtig, ijverig, welwillend genoeg om iets grootsch tot stand te brengen. Men belemmere het slechts niet; men matte het niet af door tal van bezwaren op te werpen; men verbanne alle doodende kleingeestigheid uit het raderwerk van bestuur, waar het harte des volks levendig klopt, en bovenal: men steune, men eere, men moedige de mannen aan, die met beradenheid en wilskracht het initiatief nemen van grootsche werken. Dan zal de tweede helft der negentiende eeuw in Nederland en in de Hoofdstad nog groote dingen zien: aan het IJ zal zich een nieuw kanaal uitstrekken, een magtige slagader vormende voor het harte des lands, aan den Amstel zich een paleis verheffen, waar kunst en nijverheid zetelen zal, en de geprikkelde volksgeest zal zich meer en meer in nieuwe levensverschijnselen openbaren."


AANTEEKENINGEN

1) Reeds den 14den April 1853 had de Directie der in 1852 opgerigte Vereeniging voor Volksvlijt zich gewend tot het Bestuur der stad Amsterdam, met het verzoek om den afstand van grond op de Ossenmarkt, 't Drilveld of eenig ander terrein, tot oprigting van een gebouw voor tentoonstellingen. Ditmaal echter vruchteloos; doch de Vereeniging vernieuwde haar verzoek in Januarij 1855, met den uitslag dat den 15den Maart daaraanvolgende door den Gemeenteraad werd bepaald, dat tot genoemd einde 2 à 3 bunders grond zouden worden afgestaan, en, na velerlei onderhandelingen, in den zomer van 1858 ruim 286 vierkante roeden grond werden beschikbaar gesteld. Van de bezwarende verpligting om 't aangrenzende bolwerk Ouderkerk voor den bouw eener nieuwe kavallerie-kazerne, vrij van opstallen, te leveren, werd de maatschappij: het Paleis voor Volksvlijt eerst den 18den Julij 1860 ontheven. Van den tuin Flora werd de maatschappij eigenaar bij aankoop op den 21sten September 1858.

,,Elk plekje van de drie bunders grond, welke thans beschikbaar zijn," zegt Dr. Sarphati, in de Volksvlijt 1859, bladz. 7, ,,had hare eigene bezwaren, terwijl het verkrijgen van enkele ellen soms ondenkbare moeite heeft gekost en het geheele plan in gevaar bragt." De ontwerper roemt bij zoo vele bezwaren als zich bij deze stichting opdeden, ,,de medewerking die hij gevonden heelt bij den Raad van Toezigt en het Bestuur, inzonderheid bij den geachten Directeur-Secretaris Mr. J. A. van Eyk, die van den aanvang aan de werkzaamheden met gelijken ijver heeft deelgenomen." - Genoemde Raad van Toezigt. die onder ’t eerepresidium van Z. K. H. Prins Frederik der Nederlanden beraadslaagt, bestaat tegenwoordig uit de Heeren: H. Croockewit, C. P. van Eeghen, E. Fuld, H. B. Goldschmidt, E. P. de Monchy en Paul van Vlissingen te Amsterdam; B. F. Baron van Verschuer te Arnhem; Mr. C. H. B. Boot, W. D. A. M. Baron van Brienen en Jhr. Mr. R. J. Schimmelpenninck te 's Gravenhage; Jhr. Mr. H. H. Roëll te Haarlem; Jhr. G. R. G. van Swinderen op Rijs (Friesland); en Jhr. Mr. C. Backer te Zwolle. 't Bestuur bestaat uit de vier Commissarissen: de Heeren Mr. J. Heemskerk Az. en W. F. Heshuysen te Amsterdam; A. W. C. M. de Jonge van Ellemeet te Oostkapelle (Zeeland); benevens A. H. van de Wall Bake te Utrecht; en de vier Directeuren: Dr. S. Sarphati, Mr. J. A. van Eyk en S. H. Orobio de Castro te Amsterdam; en Dr. W. C. H. Staring te Haarlem.

Onmiddellijk nadat de onderhandelingen over den aankoop van den tuin Flora waren ten einde gebragt, kon met het heiwerk een begin worden gemaakt; hetgeen bij de plegtige feesten van September 1858 plaats vond.

2) De geschiedenis dezer merkwaardige plek is door mij uitvoerig behandeld in eene Historische Beschouwing der Plaats waar thans het Paleis voor Volksvlijt wordt opgerigt (de Volksvlijt, 1859 bladz. 106-120).

3) De som waarvoor de funderingwerken zijn aangenomen, beliep f 149,874, die van den bovenbouw f 616,000. –

4) Amsterdamsche Courant van 9 Julij 1859.